Zoals jullie inmiddels misschien wel gehoord hebben, is het dit jaar een zooitje in de viertallencompetitie Hoofdklasse Leeuwarden. Na een aantal wedstrijden gespeeld te hebben, kwamen de Emmeloorders er ineens achter dat de afstand Emmeloord – Leeuwarden zo groot was, dat ze het niet nog langer konden opbrengen… Recent werden we “verblijd” door de mededeling van de Capriolen (what’s in a name?) dat zij er ook per direct het bijltje bij neergooien. Het gevolg van deze gang van zaken was, dat wij op 22 januari ineens onze laatste wedstrijd zouden gaan spelen, want wij hadden Emmeloord en de Capriolen nog tegoed waar we een bye van 12-8 voor krijgen. We staan dermate riant eerste dat het kampioenschap ons nauwelijks meer kan ontgaan, maar we moesten vanavond tegen Dokkum en dat is een taai team, altijd lastig Dokkum thuis.
Daar komt nog bij dat ik die middag een uur met ene Ovidiu Chitovanu op BBO heb zitten spelen, een Roemeense topspeler van Wereldklasse. Hoe dat zo kwam? Nou, dat zal ik vertellen. Behalve dat ik het heel leuk vind om zelf op BBO met vogels van allerlei pluimage en verschillende nationaliteiten te spelen, is het ook heel leerzaam om regelmatig bij de “echt goeden” te kibitzen. Ik heb mijn PC zo ingesteld dat ik “meedenk” met de leider en dan vraag je je soms af wat ze aan het doen zijn. Totdat je er vijf slagen later achter komt dat er nu een dwangpositie ontstaat, een eliminatie met ingooi etc.. Buitengewoon nuttig dus als je zo ambitieus bent ingesteld als ik. Ik heb de afgelopen herfst- en wintermaanden niet echt lekker in mijn vel gezeten, maar sinds een dag of 10 is het weer over en dan bruis ik van de energie en (goede?) ideeën. Afijn, ik was de hele dag druk in de weer geweest met van alles en nog wat toen ik om 16.00 uur dacht: “Zo, genoeg gewerkt voor vandaag, nu even gezellig een kaartje leggen op BBO (Bridge Base Online) om even het lijf te ontspannen en de hersens vast warm te laten draaien voor de viertallenwedstrijd van vanavond tegen Dokkum.
Ik log in en zie dat er vijf wereldklassespelers zijn die ik als “vriend” heb aangemerkt. Maar ja, hoe pak je dat aan, je mengen tussen de grote jongens? Die gaan mij met profiel “gevorderd” en dus twee klassen slechter dan zijzelf, heus niet uitnodigen om gezellig een kaartje te komen leggen. Maar ik ben in een assertieve bui vandaag en denk: “Ach, wat kan mij ook gebeuren, in het ergste geval weigeren ze gewoon en dan ga ik wel kibitzen”.
De eerste die ik aanklik en vriendelijk dag zegt, antwoordt weliswaar met “hi”, maar daar blijft het bij. Dan nummer twee maar proberen. Ik tik dus “hi” in en tot mijn vreugde krijg ik als reactie: “hi Hester, how are you?” Nou, dat begint niet slecht, het begin is er. Ik antwoord “very well, ty (thank you) en wacht op de dingen die gaan komen. Tot mijn verbijstering antwoordt Ovidiu “do you want to play a couple of hands with me?” O help, nu gaat het er echt van komen…. Ik antwoord: “love to” en even later verschijnt er op mijn scherm een uitnodiging voor een viertallenwedstrijd over twaalf spellen die ik met FrontPage (dat is de BBO inlognaam van Ovidiu) ga spelen.
Mijn hart bonst in mijn keel als de eerste hand in beeld verschijnt. Maar na een prachtig biedverloop komen we in zeven klaveren terecht. Ik weet de exacte kaartverdeling niet meer, maar mijn hand zag er ongeveer als volgt uit:
AVB98
V96
H10
AH6
Ik open 1, de buren passen continu, partner 2
. Hij speelt helaas geen 2/1 mancheforcing maar Standard American Yellow Card. Maar ook in SAYC is 2SA in ieder geval forcing voor een rondje, dus ik bied rustig 2SA. Hierop biedt mijn partner 4
. Dan gaat het uiteraard slem worden, alleen weet ik niet wat het beste is: 6
/
of 7
/
?
Eerst maar eens vragen hoe het met de keycards is gesteld, dus ik bied 4SA. Ik krijg als antwoord: 6! Ik vraag verbaasd hoeveel azen dat zijn en krijg als antwoord “no more than 6, it was meant as pick a slam”. Aha, hij is ervan uitgegaan dat ik een kwantitatieve 4SA heb geboden. Nou moet ik eerlijk bekennen dat ikzelf ook al twijfelde of dit wel over zou komen als azen vragen. Maar nu? Wat zal hij hebben voor deze bieding? Ik weet het niet zeker en kan er ook niet meer achter komen, maar ik ga ervanuit dat hij
H toch wel zal hebben. En gezien mijn klaverbezit, moet hij in de andere kleuren azen hebben. De koe dus maar bij de hoorns gevat en 7
geboden. Ovidiu bleek te hebben:
Het afspel is uiteraard geen enkel probleem en ik krijg een compliment van hem over mijn bieden. Zo, de kop is eraf, en ik merk dat ik me langzaam maar zeker begin te ontspannen. In de komende elf spellen gaat er zo goed als niets verkeerd in het af- en tegenspel en ik verbaas mij over het gemak waarmee hij keer op keer de enige down start vindt of het spel fenomenaal afspeelt. Het enige smetje is een 3SA–3, door mij gespeeld. Daar kon ik niks aan doen want het spel zat nou eenmaal dramatisch, alleen had het 4 moeten zijn. Ik had 1SA geopend met 16 punten met een 2–5–3–3 verdeling, Ovidiu had Stayman gedaan, ik uiteraard 2
en hij vervolgens 3SA. Het vervelende was, dat die 2
was gedoubleerd door mijn rechtertegenstander, waardoor de klaverstart onvermijdelijk was. Die zaten 6-2 en de ontbrekende Aas die ik uit moest laten, zat natuurlijk bij de lange klavers. 4
was ook down gegaan, maar geen 3, waarschijnlijk slechts 1.
De wedstrijd eindigde in 25-4 voor ons (in impen wel te verstaan) en ik voelde me zo gelukkig en opgewonden als een kind dat jarig is. Het mooiste cadeautje kwam na afloop toen hij zei: “Was nice Hester, shall we play again some time?”
Met die herinnering nog vers in mijn geheugen, toog ik om 19.30 uur naar het Kalverdijkje voor de wedstrijd tegen Dokkum. Hoe zou het vanavond gaan: zou ik mijn kruit verschoten hebben of heb ik de goede vorm van de dag? Het duurde heel lang voordat ik daar achter kwam, want ik kreeg oninteressante handen en de moeilijke beslissingen lagen steeds bij Siebren of bij de tegenstanders. Van de eerste helft zijn er twee spelletjes die de moeite van het vermelden waard zijn.
Ik pak een 1-3-6-3 op met AHV9xx. Ik besluit daarmee in de eerste hand 3
te openen, wat bij ons een preëmptieve opening met ruitens aangeeft of een heel sterk tweekleurenspel met minstens zes klaveren. Hans Spijker past en Siebren biedt braaf 3
. Stien Hamstra past ook en ik uiteraard ook. Maar tot onze teleurstelling komt Hans er in tweede instantie alsnog in met 3
, door Stien heel goed verhoogd naar 4
. Dat contract is onverliesbaar en Hans speelt het spelletje prima af en mag +620 noteren. Siebren biedt zijn excuses aan en in eerste instantie begrijp ik niet waarom. “Ik had 3SA moeten bieden, dat gaat maar een down voor –50 en dan vinden ze vast die schoppenmanche niet meer”.
En dan ten slotte het laatste spel van de eerste helft. Ik raap een dijk van een kaart op:
H54
AHV53
–
AVB108
Eigenlijk te sterk voor een 1 opening, maar ik ben bang dat ik mijn sterke 5/5 nooit meer verkocht krijg als ik deze hand op 2
open. Daarnaast, met een renonce ruiten zal er toch wel iemand ruiten gaan bieden zodat het bieden niet uitsterft op 1
?
Siebren antwoordt 2 ha: 8-10 punten met een driekaart harten. Het moet wel sterk zijn als dit geen 6 of 7 gaat worden, maar ik moet nog wel even weten wat hij precies heeft, want aan punten in ruiten heb ik niks. Ik bied 3
een help suit trial, vragend of hij een honneur in klaveren mee heeft. Ik krijg als antwoord 3
geen klaverhonneur, partner. Maar ik ben nog steeds niet uitgeboden met deze dijk en bied nu 4
een cue oftewel controlebod (aas of heer of singleton). Siebren antwoordt 4
, ruitenaas of -heer. Daar word ik niet vrolijk van, maar ik vind mijn hand te mooi om nu passief 4
te bieden. Ik doe nog één poging: 5
oftewel Exclusion Blackwood. Voor degenen die deze kreet niet kennen: dat vraagt het aantal azen waarbij ruiten aas NIET als aas meegeteld mag worden. Ik krijg als antwoord 5
1 of 4 azen. Dat kan dus alleen maar schoppen aas zijn en dat is alles wat ik nog wilde weten: 6
.
Siebren legt de dummy neer:
Gelukkig zit klaverheer verkeerd, anders was het toch nog 7 geweest!
We gaan naar het rookhok en bespreken even kort hoe het gegaan is. We zijn alle twee zeer tevreden, goed gespeeld, weinig laten liggen, hooguit een overslagje hier en daar. Even later zijn Hayo en Dick ook klaar en vol overtuiging zeg ik: “Dat zit wel snor, we staan dik voor”. “Nee hoor, zegt Hayo,”wij hebben een shitlijst en zij deden alles goed”. Maar tijdens het uitslaan bemerken we al gauw dat er iets niet klopt, want er komen scores voor die absoluut nergens op slaan. Wij 3, zij 6SA contract?! En wat blijkt: de wedstrijdleiding heeft een verkeerde set spellen op de tafels neergelegd, waardoor wij totaal verschillende spellen gespeeld hebben. Dat kan er ook nog wel bij in deze competitie.
Het eind van het liedje was dat we met Dokkum hebben afgesproken om de wedstrijd over te spelen en aangezien zij de thuis spelende partij waren, rijden we binnenkort naar Moddergat om het daar dunnetjes over te doen.
Hester Gast